Gegevens verzenden of ontvangen via IR
1. Zorg ervoor dat de IR-poorten van het verzendende en het ontvangende apparaat op elkaar gericht
zijn en dat er geen obstakels zijn tussen deze apparaten. De aanbevolen afstand tussen beide
apparaten bedraagt maximaal één meter.
©2000 Nokia Mobile Phones. All rights reserved.
Me
n
u
fu
nc
ties
118
2. Wanneer u gegevens ontvangt via IR, activeert u de IR-poort van de telefoon door het menu
Infrarood
(menu 12) te activeren.
3. De gebruiker van het zendende toestel selecteert vervolgens de gewenste IR-functie om de
datatransmissie te starten.
Als de datatransmissie niet binnen twee minuten na het activeren van de IR-poort wordt gestart,
wordt de verbinding verbroken en moet u opnieuw beginnen.
Opmerking: Uw telefoon is een laserproduct van Klasse 1.